Naoual Chafiq El Idrissi
09 Specifieke werkzaamheden
 >  Werken op of aan het water
Introductie

Wij voeren regelmatig werkzaamheden uit op of langs het water. Dit kunnen dijkverzwaringen, damwandkuipen, brugconstructies of allerlei andere werkzaamheden betreffen.

Risico's > Wat kan er gebeuren?

Het risico om in het water te vallen wordt vaak onderschat.

  • Worden de werkzaamheden vanaf de wal of slootkant uitgevoerd, dan heb je te maken met een talud en natte of zachte bodems. Het gevaar van uitglijden is groot. Ook als je werkt vanaf een boot of ponton, kun je eenvoudig wegglijden, omdat deze nat en modderig worden, of door schommelingen van boot of ponton.
  • Naast het risico om in het water terecht te komen is er het risico om bij vallen terecht te komen op objecten, die zich in het water bevinden.
  • Te water raken kan ook gebeuren door het kantelen van de machine. Hierdoor kan je bekneld raken.
  • Het blijkt erg lastig om wanneer je met je werkkleding in het water valt er zelfstandig uit te komen of een kade op te klimmen.

Wanneer je in het water valt, je bezeert of zelfs buiten bewustzijn raakt is verdrinking goed mogelijk.

Maatregelen > Wat moet je doen?

Organisatie en voorbereiding:

  • Beoordeel vooraf de bodemgesteldheid, zoals de schuinte en de draagkracht van de ondergrond waarover de machine moet rijden, stromingen, diepte en golfslag in het water, conditie van het water (verontreinigingen, ziektes), conditie grond in verband met weersomstandigheden (bijv. waterpeil), aanwezige objecten in het water, verkeerssituatie als langs de weg wordt gewerkt e.d.
  • Probeer te voorkomen dat medewerkers alleen op of nabij het water werken.
  • Maak eventueel aanvullende afspraken met de opdrachtgever, bijvoorbeeld over het verstevigen van taluds, aanbrengen van rijplaten, aanbrengen van wegafzettingen e.d.
    Bepaal op basis hiervan de meest veilige werkwijze en stel vast welke materialen/ maatregelen hiervoor nodig zijn.
  • Zorg dat alle materialen tijdig aanwezig zijn.
  • Werk met pontons die voorzien zijn van schopranden. Zorg voor een overzichtelijke opslag van materialen en machines op het ponton (geen losse kabels, leidingen, materialen bij elkaar op daarvoor gereserveerde plaatsen, die geen risico's opleveren tijdens het werk e.d.)
  • Houdt bij het werken met elektrische gereedschappen, elektraleidingen e.d. rekening met mogelijke gevaren voor elektrocutie bij in aanraking komen met water.
  • Houd bij de planning rekening met de weersverwachtingen.
  • Plaats borden t.b.v. de scheepvaart als sprake is van werken op plaatsen met scheepvaart (aanduiding vernauwing vaarwater, behoedzaam varen, snelheidsbeperking).
  • Tref eveneens maatregelen voor verkeer, als tussen walkant en verkeersweg wordt gewerkt (waarschuwingsborden, afzetting e.d.). Zorg voor voldoende bewegingsruimte voor de machine, zodat deze niet genoodzaakt is te dicht langs de walkant te werken.
  • Besteed aandacht aan de toegang tot het ponton. Als er een loopplank/ brug nodig is zorg dan voor voldoende breedte, een vlakke, stroeve vloer, eventueel met anti-slipprofiel, leuning en verlichting als in donker of schemer wordt gewerkt.
  • Check bij het werken op een ponton of er een plek is waar mensen gemakkelijk aan wal kunnen komen als zij in het water belanden (en in het water kunnen gaan voor redding). Zorg voor een tijdelijke voorziening als een trap als er de mogelijkheden zeer beperkt zijn. Een reddingsboei dient in ieder geval altijd beschikbaar te zijn.
  • Ga bij machines na of de cabine goed te verlaten is bij het te water raken (geen automatische vergrendelingen, aanwezigheid lifehammer e.d.) en pas eventueel voorzieningen aan. Maak afspraken over het gebruik van veiligheidsgordels.
  • Laat bij voorkeur medewerkers op of nabij het water werken die kunnen zwemmen.
  • Zorg dat er droge kleding beschikbaar is op een werk waar een reële kans bestaat om nat te worden.
  • Zorg voor een isolatiedeken in de EHBO-koffer voor gebruik bij onderkoeling.

Gereedschap, machines en apparaten:

Maak alleen gebruik van elektrische handgereedschappen 230V die dubbel geïsoleerd zijn (merktekendubbel geisoleerd). Dit gereedschap is voorzien van een aangegoten stekker (en na reparatie moet dat minimaal een IP 44 stekker zijn).

Bij het werken vanaf een ponton:

  • Zorg dat de machine goed vast c.q. geborgd staat op het ponton of zorg voor een afrijdbeveiliging.
  • Zorg dat de grootte van de machine (inclusief de lasten/ bewegingen die de machine moet maken) en het ponton op elkaar afgestemd zijn.
  • Zorg voor voldoende spiegels e.d. zodat de machinist de situatie op het ponton en andere zaken die van belang zijn in de omgeving in de gaten kan houden.

Bij het werken vanaf de wal:

  • Zorg ervoor dat de machine vlak staat, gebruik eventueel draglineschotten om de machine vlak en stabiel te zetten.
  • Draai met de deur van de cabine weg van het water bij het zwenken, zodat de machinist de cabine kan verlaten bij een te water geraakte machine.
  • Zorg voor voldoende spiegels e.d. zodat de machinist goed om de machine heen kan kijken.

Opleiding en instructie:

  • Informeer medewerkers voorafgaand aan het werk over de mogelijke risico's en de maatregelen, die in acht genomen moeten worden. Sta ook stil bij sommige weersomstandigheden, die extra gevaren geven als men zich bij of op het water bevindt (zoals harde wind, onweer).
  • Geef medewerkers duidelijke instructies wat te doen als collega's te water raken en/ of als zij zelf te water raken. Deel de procedure 'man over boord' uit. De procedure is te vinden als toolbox op de SAVE app via deze link .

Persoonlijke beschermingsmiddelen:

  • Controleer de reddingsvesten regelmatig op drijfvermogen en slijtage aan sluitingen.
  • Maak een goede afweging welke reddingsvesten het meest geschikt zijn. Het hoofd van een drenkeling moet boven water blijven, ook als iemand bewusteloos is. Voorzie medewerkers aan dek van een zwemvest-of reddingsvest.
  • Zorg dat medewerkers bij duisternis een reddingsvest dragen dat voorzien is van een lampje.
  • Laat medewerkers ook veiligheidsschoenen dragen met profiel om uitglijden door water, modder e.d. te voorkomen. (zie toolbox reddingsvest via deze link );


De zogeheten vaste stof zwemvesten en reddingsvesten kunnen niet worden opgeblazen. Dit type reddingsvest of zwemvest biedt onvoldoende drijfvermogen voor iemand die zichzelf niet kan redden. Deze vesten zijn alleen geschikt voor gebruik door ervaren watersporters met voldoende hulp in de buurt. 

Reddingsvest
Reddingsboei
Reddingslijn
Tips > Voor meer informatie

Wat u verder moet weten

De grootste gevaren om te verdrinken bij het te water raken zijn:

  • Het onderkoeld raken. Dit risico bestaat niet alleen in de winterperiode. Ook water van 20ºC kan als iemand daar langere tijd in ligt al tot onderkoeling leiden.
  • Desoriëntatie: De schrikreactie en hierdoor niet in staat zijn te reageren (shock).
  • Onder invloed van drank, drugs of medicijnen zijn.
  • Letsel door het raken van obstakels tijdens een val.
  • Onvoldoende beheersing van de zwemkunst en zwemmerskramp. Het afleggen van een zwemexamen gekleed zwemmen in een zwembad van 25ºC is iets heel anders dan in een IJsselmeer met water van 10ºC met golfslag en met winterkleding en zware laarzen.

Watertemperatuur

Overlevingstijd

0°C

9 minuten

5°C

1 uur

10°C

2 uur

15°C

7 uur

20°C

16 uur

Checklist

Werkzaamheden op het ponton of een boot:

  • Informeer je leidinggevende en collega's als je niet of niet goed kunt zwemmen.
  • Zorg dat je goed op de hoogte bent van de procedure 'man over boord'.
  • Ga voorafgaand aan het werk na of er een lifehammer aanwezig is in de kraan / machine.
  • Houd het dek of ponton vrij van obstakels en bagger.
  • Zorg er voor dat de machine goed vast c.q. geborgd staat op het ponton.
  • Gebruik hulpmiddelen om onhandige of zware gewichten van de wal naar het ponton te brengen, til ze niet zelf.
  • Voorkom elektrocutie doordat elektriciteit in aanraking komt met het water.
  • Weet bij welke weersomstandigheden je moet ophouden met het werk.
  • Draag altijd veiligheidsschoenen om uitglijden te voorkomen.
  • Was je handen in schoon water (niet in het open water) voordat je gaat eten/ drinken.
  • Ga na of de reddingsboei aanwezig is en of deze voor iedereen zichtbaar en gemakkelijk bereikbaar is.
  • Draag aan dek altijd, ook bij warm weer, een reddingsvest, met lampje als het donker of schemerig is.
  • Check voor gebruik je reddingsvest om te kijken of het in goede staat verkeert.
  • Raak je te water: blijf rustig, paniek helpt niet. Zie figuur 1 voor de minste afkoeling.
  • Ga alleen zwemmen als de oever dichtbij is (er gaat veel warmte verloren door inspanning).
  • Zorg dat je droge kleren bij je hebt.

Werkzaamheden vanaf de kant:

  • Stel jezelf op de hoogte van de ondergrond waar de machine moet rijden: is deze voldoende stabiel voor het werk? Neem contact op met je leidinggevende als je de situatie niet voldoende veilig vindt.
  • Zorg ervoor dat de machine zodanig staat / rijdt dat deze niet van het talud kan glijden.
  • Voorkom te grote trekkracht met de giek, anders trek je de kraan in het water.
  • Draai met de deur van de cabine weg van het water, zodat je altijd nog uit de cabine kunt klimmen, als de machine in het water terecht mocht komen.
  • Voorkom overbelasting van de machine.
  • Weet bij welke weersomstandigheden je moet ophouden met het werk.
  • Draag altijd veiligheidsschoenen om uitglijden te voorkomen.
  • Was je handen in schoon water (niet in het open water) voordat je gaat eten/ drinken.
  • Controleer of er in de cabine een lifehammer is, weet hoe je uit de cabine moet klimmen, als de machine onverhoeds toch in het water terecht komt.
  • Informeer je leidinggevende en collega's als je niet of niet goed kunt zwemmen.
  • Zorg dat je goed op de hoogte bent van de procedure 'man over boord'.
  • Zorg dat je droge kleren bij je hebt.
Figuur 1