Naoual Chafiq El Idrissi
06 Gevaarlijke stoffen - Organisme
 >  Opslag gasflessen
Introductie

Er worden bij verschillende werkzaamheden gassen gebruikt, zo worden acetyleen en zuurstof in de bouw veel gebruikt voor las- en snijwerkzaamheden. Propaan of butaan wordt gebruikt voor bijvoorbeeld dakdekkerswerkzaamheden, verwarming, heetstoken en autogeen snijden of afbranden. 

Deze gassen dienen ook te worden opgeslagen. Voor de opslag van gas kan men gebruik maken van flessen, flessenbatterijen of tanks. Wanneer er meer dan 4 flessen doormiddel van een hogedrukleiding aan elkaar gekoppeld zijn, spreekt men over een flessenbatterij.

Voor de opslag van gasflessen dient men gebruik maken van opslagvoorziening wanneer de gezamenlijke waterinhoud meer dan 125 liter bedraagt (PGS 15)!!

Gasflessen niet opslaan in de schaftketen​​​​​​​
Gasflessen niet opslaan in standaard opslagcontainers deze zijn slecht geventileerd
Risico's > Wat kan er gebeuren?

Het risico van opslag van gassen is afhankelijk van het soort gas en de manier van opslag. 

  • Door verhitting van de inhoud door blootstelling aan directe warmte- en ontstekingsbronnen of werkzaamheden in de directe omgeving daar van. Door deze verhitting zal het gas gaan uitzetten, met een ontploffing als gevolg.
  • Het verrichten van handelingen door onbevoegden aan de koppeling tussen fles en distributieleiding, waardoor ongecontroleerd uitstromen van gas mogelijk is. De zuurstof in de lucht wordt verdrongen door het gas waardoor de verhouding gas-zuurstof zodanig wordt dat hierdoor een explosie kan ontstaan. 
  • Acetyleen en zuurstofmengsels zijn in bijna alle verhoudingen explosief. Propaan en butaan hebben beide een lage onderste explosiegrens, dat betekent dat een mengsel van gas en lucht met circa 2% gas bevat al explosief is. 
  • Bij aanwezigheid van geconcentreerde zuurstof in de lucht, kan de brandbaarheid van omgeving en materialen snel oplopen.
Maatregelen > Wat moet je doen?

Maatregelen die genomen moeten worden om gasflessen veilig op te slaan zijn​​​​​​​

  • Zorg voor een goed geventileerde ruimte of plek. 
  • Zorg dat de opslag plaats op veilige afstand van ontstekingsbronnen is. 
  • Volgens PGS 15 is het niet noodzakelijk om gasflessen tegen weersinvloeden te beschermen. Dit is een wijziging ten opzichte van vroegere inzichten
  • Wanneer het mogelijk is dient er een plek gekozen te worden, die makkelijk afgeschermd kan worden met een afsluitbaar hek Gevaarsymbolen en tekst “Brandbare gassen, roken en open vuur verboden” moeten aan de buitenzijde van de opslag geplaatst worden. 
  • Elke opslagvoorziening moet ten minste één draagbaar blustoestel van 6 kg poeder ABC bevatten, die geschikt is voor het blussen van een beginnende brand van de opgeslagen gassen en die tegen weersinvloeden wordt beschermd.
  • Zorg dat onbevoegden geen toegang hebben tot de gasopslag en dat de toegang vrij is van obstakels. 
  • Zorg er voor dat de gasflessen verticaal blijven staan en beschermd zijn tegen omvallen en beschadiging, hiertoe dienen flessen vastgezet te worden met kettingen of beugels in rekken of tegen de muur en gegroepeerd per soort om omwisselen van gassen te voorkomen. 
  • Gassen met vergelijkbare gevaar eigenschappen moeten bij elkaar worden geplaatst.
  • Bij opslag van brandbare gassen die zwaarder zijn dan lucht (zoals propaan en butaan) moet een afstand tot sleuven en putten kelderopeningen en aanzuigopeningen van ventilatiesystemen worden aangehouden.
  • Gas- en zuurstofflessen moeten zijn voorzien van de vereiste gevaarsetiketten of inslagen. 
  • De keurtermijn van flessen mag niet overschreden worden. 
  • Beschadigde of lekkende gasflessen markeren en apart zetten. 
  • Als je gasflessen wilt opslaan, waarvan de gezamenlijke waterinhoud meer dan 125 liter bedraagt moet je die opslaan in een daarvoor bestemde opslagvoorziening (PGS 15 !!) 
  • In een opslagvoorziening mogen geen andere zaken worden opgeslagen, dat geldt niet voor de goederen die voor het beheer van gasflessen functioneel zijn
  • Werk voorraden of op een laskar geplaatste gasflessen worden hier niet toe gerekend. Gasfles batterijen worden gezien als werkvoorraad dus hoeven niet in een opslag
  • Voor lege gasflessen gelden dezelfde voorschriften als volle
  • Gasflessen niet opslaan in een standaard containers deze zijn doorgaans slecht geventileerd.
  • Gasflessen niet opslaan in de schaftketen (zie toepassing keetwagens). 

Opslag van gasflessen in materiaalcontainer

Eén of twee propaan/ butaanflessen kunnen in een materiaalcontainer worden opgeslagen, mits er zo laag mogelijk in de wanden voldoende kan worden geventileerd (richtlijn bij één fles: onder en boven in de deur een ventilatierooster van 1 dm2 (voorbeeld 5x20 cm) en bij opslagruimten van flessen twee ventilatieopeningen van 10 dm2 (voorbeeld 50x20 cm) tegenover elkaar​​​​​​​

    Tevens dient de container: 

    • van onbrandbaar materiaal te zijn vervaardigd;
    • de elektra-aansluiting aan de buitenzijde te hebben; 
    • wat betreft verlichting en elektrische apparatuur te voldoen aan de eisen voor ruimten met verhoogd brandgevaar (NPR 7910); 
    • te zijn voorzien van tekstbord “Roken en open vuur verboden”; 
    • te zijn voorzien van een poederblusser klasse ABC van tenminste 6 kg (in containers of keten waar genoemde gassen worden gebruikt of opgeslagen); 
    • minstens 5 m te zijn verwijderd van (bouw)verkeer en bouwketen; 
    • te zijn voorzien van beugels om de fles(sen) vast te zetten (aanbeveling). Hierbij behoort een instructie dat niet meer flessen mogen staan dan er beugels zijn. 

    Bij gelijktijdig gebruik van de container als werkplaats gelden de volgende aanvullende eisen: 

    • ventilatievoud van 4 à 6 maal per uur; 
    • deuren moeten in open stand kunnen worden vastgezet; 
    • opslag van andere brandbare producten moet worden voorkomen.

    Aanvullingen 

    • Een gaslek op de fles of aansluiting, kan worden gecontroleerd met zeepsop of speciale lekspray. 
    • Is er een fles met het brandbaar gas acetyleen omgevallen en wordt deze gasfles warm, evacueer dan de omgeving zo snel mogelijk en neem contact op met de brandweer en de leverancier van het gas.

    Toepassing keetwagens 

    In keetwagens dienen de gasflessen in een aparte ruimte te worden weggezet, zoals een stalen afsluitbare kist op de dissel met voldoende ventilatieopeningen in de bodem. Om ongedierte te voorkomen is het aan te raden om de ventilatieopeningen te voorzien van fijnmazig gaas.

    Tips > Samenvatting


    • Zorg bij opslag van gasflessen voor een goed geventileerde ruimte of plek. 
    • Gasflessen met een gezamenlijke waterinhoud van meer dan 125 liter moeten in een opslagvoorziening worden opgeslagen (Gasflessenkooi)

    • Zorg dat de opslag plaats van gas op veilige afstand van warmte- en ontstekingsbronnen is. 
    • Geef doormiddel van pictogrammen aan wat de gevaren zijn. 
    • Zorg dat er voldoende brandblussers in de buurt zijn. 
    • Zorg dat onbevoegden geen toegang hebben tot de gasopslag en dat de toegang vrij is van obstakels. 
    • Zorg er voor dat de gasflessen verticaal blijven staan en beschermd zijn tegen omvallen en beschadiging. Dit is omdat de flessen anders gas lekken of hierdoor ontstaat een hevige reactie, die explosie als gevolg heeft. 
    • Het keurtermijn van flessen mag niet overschreden worden. 
    • Markeer lekke of defecte flessen op een duidelijke en goed zichtbare manier. 
    • Denkt u dat er ergens een gaslek op de fles of aansluiting is, dan kan u dit controleren met zeepsop of speciale lekspray 
    • Is er een fles met het brandbaar gas acetyleen omgevallen en wordt deze gasfles warm, koel deze dan af met water, en neem contact op met de plaatselijke brandweer en de leverancier van het gas.
    Tips > Voor meer informatie
    • Abomafoon 2.10 Propaan- en butaanflessen. 
    • Abomafoon 2.11 Acetyleen- en zuurstofflessen. 
    • Www.publicatiereeksgevaarlijkestoffen.nl: 

                           -PGS 15 Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen. Hoofdstuk 6 Opslag van gasflessen.